Logo
Contact
spacer
spacer
spacer
twitter
spacer
photo/thumb_421.jpg
Het boek van Michael Moss
Zout suiker vet – hoe de voedselindustrie ons in zijn greep houdt
Michael Moss
Uitgeverij Carrera
ISBN 978 90 488 18921
€ 19,90
Lees ook onze recensie
Consumenten wakker schudden
Voor Zin interviewden we Michael Moss. Lees hier het interview
Hoe de voedselindustrie ons verleidt
13-01-2014
Het frisse plaatje van een klaterende waterval op het etiket van een fles bronwater gevuld met oer Hollands water, de Toscaanse landschapjes op zakjes geraspte Hollandse kaas. Je bent sneller verleid dan je denkt. De gebakken lucht van voedselverleiders: daar vul je makkelijk een boodschappenkar mee.

Knisperende mix
Een van de grootste verleiders is misschien wel chips, beschrijft de Amerikaanse journalist Michael Moss in zijn boek Zout, Suiker, Vet. Daarvan kun je blijven eten. En dat is dan ook precies de bedoeling. Chips zijn onweerstaanbaar door een knisperende mix van zout, suiker en vet. Het vet geeft in de mond een heerlijk gevoel, dat onze hersenen meteen belonen met de boodschap ‘meer!’. Chips zitten ook vol suiker. Niet uit de suikerpot, maar uit het zetmeel van de aardappel. Na een bak chips piekt je bloedsuikerspiegel. Als hij is gezakt, wil je snel meer chips. Tenslotte is chips gehuld in een laagje zout. En zout, nauwelijks duurder dan water, maakt voedingsmiddelen volgens Michael Moss verleidelijker dan welk ander ingrediënt dan ook. Zoutloze crackers zijn volstrekt smaakloos, ervoer Moss. Het is als kauwen op karton.

Nare bijsmaak
Zout verdoezelt bovendien ongewenste smaken. Als je een kant-en-klaarmaaltijd met vlees opwarmt, kan het vet in het vlees oxideren, met een nare bijsmaak tot gevolg. Door er veel zout aan toe te voegen, verdwijnt de bijsmaak naar de achtergrond. De vieze smaak kun je ook maskeren door er kruiden aan toe te voegen, zoals rozemarijn. Maar zout is veel goedkoper.

Ook wij Nederlanders eten nog altijd veel te veel zout, bleek tijdens ons onderzoek naar de vraag hoe dat eigenlijk zit met hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten en nierschade. Dat teveel aan zout strooien we lang niet allemaal zelf: tachtig procent van het zout dat we binnenkrijgen komt uit voorbewerkt voedsel.
De Nederlandse voedselfabrikanten beloofden jaren geleden al minder zout in de producten te stoppen, maar uit onderzoek van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit blijkt dat daar totnogtoe niets van terechtkomt. Het gemiddelde zoutgehalte in zoutjes, conserven, snacks, kaas, kant-en-klaarmaaltijden, koek, sauzen, soep en vleeswaren blijft vrijwel onveranderd. Tegenover een vermindering van zout in het ene product, staat een toevoeging van meer zout in het andere product.

Vet
Ook de verleidingen van vet, de tweede boosdoener in Moss’ boek zijn ons hier niet vreemd. Vet verandert flauwe chips in knapperige wondertjes, geeft glans aan droog brood en tovert saaie vleeswaren om in delicatessen. Vet is extra geniepig omdat het verstopt zit in veel voedselproducten. Onze smaakpapillen zeggen: hoe vetter hoe liever. Maar (verzadigd) vet is slecht, daarover is weinig discussie. Ook de Amerikanen verruilden daarom massaal de volle melk voor de halfvolle variant. Een goede keus, zou je zeggen. Maar Moss beschrijft hoe het vet via een sluipweg in het menu terugkeerde. Het afgeroomde vet van de melk werd met steun van de overheid verwerkt in andere producten, vooral kaas voor verpakte producten als pizza’s en sauzen. Daar gaat je gezondheidswinst!

Kaas
Kaas bestaat volgens Moss voor een derde uit vet. Toch bleef het Amerikaanse voedingscentrum kaas indelen bij de aanbevolen voedingswaren. Wel wordt gewaarschuwd: eet vooral kaas met weinig of geen vet. Onhaalbaar: kaas zonder vet is geen kaas meer.
Doen we dat in Nederland beter? Ook hier vloeit vanuit de Europese Unie nog altijd veel geld richting de zuivelsector (zo betaalt de EU mee aan schoolmelk en een campagne om die op de kaart te zetten) en ook bij ons neemt het Voedingscentrum niet erg duidelijk stelling. Als het gaat om kaas waarschuwt het tegen verzadigd vet en het hoge zoutgehalte en de risico’s daarvan. Maar kaas pronkt nog altijd in onze Schijf van Vijf en past volgens het Voedingscentrum in een gezond eetpatroon. Met mate, niet meer dan 1,5 plak per dag en dan liefst magere kaas, klinkt het dan. Tja, als de wereld zo simpel was; allemaal een gezond eetpatroon en 1,5 plakje kaas per dag. Dan bestond er dus geen voedingsindustrie met al zijn verleidingen en verstopte kaas in kant-en-klaar maaltijden. Immers, schrijft Moss: verzadigd vet is vaak verborgen. Je weet niet altijd waar het in zit. Kaas is vaak toegevoegd als ingrediënt, zonder dat je het ziet.

Groente en fruit
Het is onvermijdelijk: wie zich in het verhaal achter zijn eten verdiept past zijn eetpatroon langzaam maar zeker aan. Wij mijden sinds het schrijven van De laatste paling, steeds vaker de pakjes en zakjes. Michael Moss is meer groente en fruit gaan eten. Zelfs de ceo’s van de voedselbedrijven die hij sprak, aten amper meer van hun eigen producten. De baas van chipsgigant Frito-Lay raakt geen chips meer aan. Het is maar dat u het weet.

Verschenen in Zin, november 2013



Boek
De laatste paling, sterke verhalen over ons eten
Annemarie Geleijnse en Rineke van Houten
Uitgeverij Oostenwind
ISBN 978 94 91481 02 4
€ 17,50.
spacer