Logo
Contact
spacer
photo/thumb_141.jpg
photo/thumb_162.jpg
BMI
Iemand met een 'matig overgewicht' heeft een Body Mass Index (BMI) van 25 tot 30. Omgerekend in gewone weegschaaltaal heeft iemand van 1,70 meter overgewicht als hij 73 kilo of meer weegt en obesitas vanaf 86 kilo . BMI-programmaatjes op internet (bijvoorbeeld op de site van het Voedingscentrum) rekenen snel uit of je overgewicht hebt.
Vol op de buis
Haast gênant slanke presentatrices en coaches vertellen de zwaardere medemens wat er fout is gegaan en hoe het anders kan. Afvallen op tv: deze eerste weken van 2011 een hit.
Help, ons kind is te dik (RTL 4) en De afvalshow XXL (SBS6) trakteren de kijker op extremen. In het eerste deel van het RTL-programma zagen meer dan een miljoen kijkers hoe de 12-jarige Enrico (129 kilo) fluisterend bekent dat hij verliefd is. Na afloop was de website waarop kijkers konden uitzoeken hoe gezond het gewicht van het eigen gezin is, overbelast.

Stigmatisering
Een bijdrage aan de bewustwording of voer voor verdere stigmatisering? Hoogleraar Inez de Beaufort betwijfelt of kijkers hierdoor ‘meer groente gaan eten’. ‘Het wordt snel een soort leedvermaak. De gretigheid waarmee wij andermans bijzonderheden verorberen, heeft iets macabers.’
‘Dik is in dit soort programma’s amusement,’ stelt Susanne Kruizinga van de Obesitas Vereniging. ‘Zo zouden we ook niet met astma omgaan.’ Maar erger vindt ze misschien dat het beeld ontstaat dat je gemakkelijk iets kunt doen aan overgewicht. Kruizinga: ‘Er is een mind switch nodig. Je moet je realiseren dat obesitas geen tijdelijke staat van je lichaam is, maar iets waar je je leven lang mee te maken hebt.’
Dik tevreden
29-01-2011
(Vrij Nederland) Een paar maatjes te zwaar? Geen paniek. Van 'gewoon dik' ga je niet eerder dood en een 'leefstijladviseur' weet raad.


Dik is ongezond. Dik is lelijk. Dik is duur. En, de meest pijnlijke: eigen schuld, dikke bult. Januari Afvalmaand is als vanouds zwanger van boodschappen als deze.
Dik en de worsteling daarmee is bovendien nog altijd een schande. Dat is opmerkelijk, gezien het aandeel zwaargewichten in de maatschappij. Inmiddels hebben vier van de tien mannen en drie van de tien vrouwen overgewicht, dus van een uitzondering kun je bijna niet meer spreken. Met de groeiende schare dikkerds groeit ook de aandacht voor het probleem.
Maar wat is het probleem eigenlijk? Van ‘gewoon’ dik ga je doorgaans niet eerder dood, in tegenstelling tot wat velen denken. Sterker nog: demograaf Mieke Reuser constateerde eind vorig jaar in een promotieonderzoek dat een beetje dikkerds zelfs langer leven. Roken of een laag opleidingsniveau hebben een veel grotere impact op de levensverwachting dan veel vet.
Dikke mensen hebben wél vaker klachten, zoals suikerziekte of hartproblemen. En daar wringt de schoen natuurlijk. Ongezonde dikke mensen leiden een oncomfortabel leven en zijn dure klanten voor de samenleving.

Big Business
Tegenover de kosten (ziekteverzuim, ziektekosten, behandelingen), staan de grote inkomsten, want dat wordt nog wel eens vergeten: het vetprobleem is big business. Pillen, poeders, drankjes, dieetproducten, maaltijdvervangers, voedingssupplementen, consulenten, klinieken, artsen, chirurgen, coaches... Er is een complete industrie ontstaan rondom de dikke medemens, doordesemd met veelbelovende (merk)namen als Previtas, Newfigure, Ultrashape, Make it Easy... En dat terwijl diëten alleen vrijwel nooit de oplossing biedt. Obesitas is een chronische ziekte, zo legde het Partnerschap Overgewicht eind vorig jaar vast in de nieuwe Zorgstandaard Obesitas. Een chronische ziekte vraagt om langdurige behandeling. Dat alleen snelle diëten niet helpen, daar zijn wetenschappers en beleidsmakers het inmiddels over eens.
Bij vrijwel alle lijners zitten de kilo’s er in minder dan een jaar weer aan en als het een beetje tegenzit eindigen ze zwaarder dan voorheen. Meerdere onderzoekers wijzen erop dat steeds weer afvallen en aankomen niet gezond is. Het middel zou wel eens erger kunnen zijn dan de kwaal. En dan hebben we het nog niet over het effect op je zelfbeeld. Dat jojoot vaak vrolijk mee: van trots naar zelfverachting en terug.

Stress
Peter de Kuijer en Ida de Waal waren allebei 'een kilo of tien, twaalf' te dik. Diëten hielpen niet en toen ze zich in het probleem verdiepten en boeken over voeding en gezondheid lazen, constateerden ze dat ze op een verkeerd spoor zaten. Peter de Kuijer: 'Het is geen kwestie van gebrek aan wil of slapheid dat je niet afvalt. Het gaat om een levensstijl. Toen we gezond, rustig en bewust gingen eten vielen we wél af.'
Ze besloten hun ervaringen en kennis uit te werken in een cursus voor cliënten in hun eigen psychologenpraktijk. Onder het motto 'afvallen zonder diëten' ontwikkelen mensen met overgewicht een persoonlijk gezondheidsplan en leren hoe ze beweging, ontspaning en goed eten een vaste plaats kunnen geven in hun leven. De Kuijer: ‘Dat betekent ook dat je je bewust bent van de verleidingen van de voedingsindustrie, die niet uit is op jouw gezondheid, maar op het verdienen van geld. Dat besef is belangrijk.’
Wie dat wil, maar voorlopig alleen op verwijzing van een huisarts, kan aanschuiven bij begeleiding in groepsverband. In de bescherming van de groep laten sommigen voor het eerst hun schild vallen, zegt Kuijer. ‘Ze komen stoer en vrolijk over, maar geven dan toe dat ze zichzelf onaantrekkelijk vinden, onzeker zijn en hun gewicht belemmerend werkt bij seksuele intimiteit.’ De psychologen maken veel gebruik van technieken uit de cognitieve gedragstherapie Ook ontspanningstechnieken en het oprukkende mindfulness worden ingezet om verkeerde gewoonten en stress te doorbreken.
Stop met lijnen, eet gezond? Zeker, beaamt De Kuijer. ‘Maar het is wel ingewikkeld! Sommige mensen vinden dat ze te weinig afvallen. Dan hebben ze op tv gezien dat iemand in korte tijd 65 kilo verliest. Zij willen dat ook en als dat niet kan gooien ze de handdoek in de ring.’

Leefstijladviseur
De Kuijer en De Waal zouden aardig aansluiten bij het beeld van een ‘leefstijladviseur’ zoals het College van Zorgverzekeringen dat voor ogen staat: een deskundige die mensen met overgewicht begeleidt in het bereiken van een gezondere levensstijl. De leefstijladviseur is onderdeel van de zogeheten Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI) die volgens het adviesorgaan van de regering in 2012 moet worden opgenomen in het basispakket van de zorgverzekering. Zonder eigen bijdrage.
Of het nieuwe kabinet het advies overneemt, is de vraag. De liberale minister Edith Schippers (VWS) moet niets hebben van ‘betutteling’ en wil juist bezuinigen op leefstijlinterventie. De maatregel zal zich volgens de berekeningen van het adviescollege pas na afloop van deze kabinetsperiode ‘uitbetalen’ in de vorm van minder zware mensen en dus minder lasten.
De zorgverzekeraars zijn 'positief' maar plaatsen vraagtekens bij het voorstel. ‘Wij moeten zorg inkopen bij de juiste partijen. Wie of wat is zo’n leefstijladviseur, welke competenties zijn eraan verbonden?’, aldus Elke Peters, geneeskundig adviseur bij Zorgverzekeraars Nederland.
Ze bevestigt dat er een kentering is in het denken over de zorg rondom overgewicht. ‘Er is nu onderkend dat het een gezondheidsprobleem is en geen individuele keuze.’
Ook de Obesitas Vereniging ziet een verschuiving. ‘Dat is ook nodig,’ zegt secretaris Susanne Kruizinga, in het dagelijks leven bewegingswetenschapper. ‘De focus moet van gewichtsverlies naar gezondheidsbevordering. Dik zijn zegt namelijk niets over je gezondheid. Dunne mensen kunnen ook ongezond zijn.’
Dat is een tegengeluid dat hoogleraar gezondheidsethiek Inez de Beaufort graag vaker zou horen. ‘De een werkt te hard, de ander rookt, een derde doet aan onveilige seks. Wie zegt dat die dunne lat wél gezond leeft?’

Stigma
De Beaufort kent het stigma dat aan zwaardere mensen kleeft. ‘Ze worden gezien als ongedisciplineerd, als slapjanussen die zich niet kunnen beheersen.’ Ze vindt dat de aanhangers van de ‘elk pondje gaat door het mondje’-gedachte verkeerd en naïef naar dikke mensen kijken. ‘Zo simpel is het allemaal niet. De oorzaken van overgewicht zijn heel gecompliceerd en zeker niet alleen bij het individu neer te leggen. Het denken in termen van “eigen schuld, dikke bult”, vind ik ethisch een aanfluiting.’ Ze verbaast zich over het gemak waarmee mensen denken zich met anderen te kunnen bemoeien en vertelt over de dikke vrouw die op straat van volstrekt onbekenden opmerkingen krijgt als ze een ijsje eet. ‘Dat is toch te gek om los te lopen. Straks word je nog in het cachot gestopt voor openbare obesitas.’
Het risico van verdere stigmatisering betekent voor De Beaufort niet dat je ‘dan maar moet zwijgen over overgewicht’. ‘De boodschap dat je iets aan overgewicht kunt doen, is op zich geen verkeerde boodschap. Zeker niet als die wordt geuit vanuit een zorg om de gezondheid.’ Maar zij zou graag zien dat de bredere boodschap dat je gezond moet leven niet zo expliciet aan overgewicht wordt gekoppeld.
‘De politiek moet algemener gaan sturen op een gezonde samenleving,’ in haar ogen kansrijker dan een ‘opgeheven vinger naar het individu.’
Tweede Kamerlid Henk van Gerven (SP), een notoir strijder tegen overgewicht in Den Haag, kan de aanpak niet breed genoeg zijn. ‘De wil van mensen is niet autonoom. Iedereen wordt beïnvloed door de omstandigheden en de omgeving.’ Voorlichting is nodig, maar ook betere sociaal economische omstandigheden helpen. ‘Want mensen zonder baan en perspectief eten meer.’ Groene wijken maken het voor kinderen leuk buiten te spelen, veilige straten zijn nodig om de auto te ruilen voor de fiets. Als het aan de SP ligt komt er een wettelijk verbod op tv-reclame voor ongezonde producten die gericht is op kinderen, wordt het snackbars verboden te frituren met ongezonde vetten en zijn acties als ‘2de hamburger voor de helft van de prijs’ verleden tijd. Betutteling? Van Gerven vindt van niet. ‘Convenanten zoals die nu met voedingsbedrijven gesloten zijn, werken niet. De helft van de bedrijven doet gewoon niet mee.’
Veel politieke steun heeft hij niet. ‘Preventie en bestrijding van overgewicht is niet echt een issue.’ Hoe zit het eigenlijk met zijn eigen gewicht? ‘Een BMI van 24,’ antwoordt de voormalig huisarts direct. Op het randje dus. ‘Er mag inderdaad best vijf kilo af,’ geeft hij grif toe. ‘Maar dat is lastig met het leven als Tweede Kamerlid. Dat geldt voor iedereen hier in het parlement. Je ziet veel collega’s met de jaren letterlijk groeien.’

 Annemarie Geleijnse en Rineke van Houten
spacer