Logo
Contact
spacer
spacer
spacer
twitter
spacer
photo/thumb_388.jpg
In een bassin in Volendam...
Paaiende paling voor het eerst in beeld
02-11-2013
Nederlandse biologen zijn er als eerste ter wereld in geslaagd palingen in gevangenschap te laten paaien en dat vast te leggen op film. Dat is een belangrijke stap in het onderzoek naar de voortplanting van de met uitsterven bedreigde paling. 'Het mysterie van de voortplanting van de paling is bijna ontrafeld', aldus bioloog Henk Huizing.

Het filmpje is gemaakt in samenwerking met Glasaal Volendam BV, een consortium van Volendammer ondernemers en onderzoekers van Universiteit Leiden. Opdrachtgever was InnovatieNetwerk. In een bassin van het Palingreproductiecentrum in Volendam, opgezet door InnovatieNetwerk met geld van het ministerie van Economische Zaken, werd zichtbaar hoe een vrouwtjespaling kuit schiet tussen om haar heen zwemmende mannetjes die hun sperma   afzetten. 'Dit was tot nu toe aan het menselijk oog onttrokken', aldus Huizing, sinds 2002 nauw betrokken bij het onderzoek naar de paling.

Vijftig jaar
De Europese wilde paling, Anguilla anguilla, paart in de Sargassozee, ten zuiden van de Bermuda-eilanden. Vanuit het kraambed laten de larven zich door de golfstroom over de Atlantische Oceaan naar West-Europa drijven. Daar komen de gelukkigste en sterkste twee tot drie jaar later aan, inmiddels veranderd in glasaaltjes, op zoek naar zoet water in de meren en rivieren. Eenmaal in zoet water, het IJsselmeer bijvoorbeeld, begint de glasaal te eten zoveel hij kan, om uit te groeien tot een volwassen exemplaar. Dat duurt vijf tot vijftig jaar. Als ze vet genoeg zijn stoppen ze met eten en maken ze zich als 'schieraal' op voor de lange terugreis naar de Sargassozee  om te paren en tot slot te sterven.

Scherpe tanden
Veel over het leven van de Europese paling is echter onduidelijk. Wat ze precies eten, waarom de larven scherpe tanden hebben, waarom palingen waar opduiken, hoe groot de populatie is. Dat maakt het lastig omstandigheden in een kwekerij na te bootsen. En dat is jammer, want het gaat slecht met de Europese paling.
Volgens het Wereld Natuur Fonds is het volwassen palingbestand in Nederland in vijftig jaar tijd met 95 procent afgenomen.Sinds 2009 staat de Europese paling ook op lijst twee van het Citesverdrag: niet direct met uitsterven bedreigd, maar wel gebonden aan handelsregels voor export om te voorkomen dat het daarop uitdraait.

Waterwerken
Wat precies de oorzaak is van het kwijnende bestand weet niemand.
Vervuiling van het water is er een. Daardoor kan de jonge paling waarschijnlijk niet genoeg voedsel vinden en vet opbouwen voor de lange reis. Overbevissing is een belangrijke andere factor, samen met een tekort aan open overgangen, van de zee naar een rivier of kanaal. Die overgangen hebben glasaaltjes nodig om de rivieren te bereiken en zich vol te eten. Velen worden vermorzeld en verminkt door sluizen en turbines van waterkracht- en elektriciteitscentrales. Voor de terugweg geldt hetzelfde: vette aal die klaar is voor de lange terugweg naar de paaigronden in zee, stuit op dijken of zwemt zich stuk op het groeiend aantal waterwerken. Van de jonge paling die bijvoorbeeld bij de waterkrachtcentrale van Linne aan de Maas de zee op wil, zal zeventien procent het zoute water nooit levend bereiken.
Palingvissers wijzen bovendien naar collega's in Spanje en Frankrijk, die grote hoeveelheden glasaaltjes in de kustwateren opvissen voor de handel.

Stamcellen
De afgelopen jaren hebben Nederlandse onderzoekers verschillende stappen gezet in het ontrafelen van het mysterie van de paling.
Een van de problemen was dat vrouwtjespalingen in gevangenschap na een poosje ophouden vruchtbaar te zijn. Biologen van de Universiteit Leiden slaagden erin de hormoonproductie van de vrouwtjes met stamcellen van een zebravis weer aan de praat te krijgen zodat ze eitjes produceren.
Een andere missing link was het antwoord op de vraag wat palinglarven precies eten. In het wild, op weg van de Sargassozee naar Europa, voeden ze zich waarschijnlijk met ‘zeesneeuw’: zwevend plankton en klontjes van poep waar weer andere beestjes en wormpjes op zitten. In Volendam haalt men de ‘zeesneeuw’ uit de zeeaquaria van de dierentuinen Blijdorp in Rotterdam en Burgers’ Zoo in Arnhem. De verwachting is over drie tot vijf jaar op grote schaal larven te kunnen voeden en op te kweken tot glasaal.
Het vastleggen van het paaien en de bevruchting van de eitjes, is een nieuwe stap. Bioloog Huizing is ervan overtuigd dat er op termijn geen wilde glasaal meer nodig is om paling te kweken. 'Daar ben ik honderd procent zeker van.'

Rineke van Houten
spacer